De dagen startte met
een keuze: gaan we langs de kust over de snelweg of binnendoor. Natuurlijk
kozen we binnendoor, samen met alle forenzen. Op de motor is dit gelukkig een
stuk leuker dan in de auto en tussen alle lokale motorhelden voelden we ons
goed thuis. Binnen no-time reden we alweer richting het noordoosten richting de
Tende pas. Deze stond al heel erg lang op mijn verlanglijstje en gingen we
vandaag dan eindelijk doen.
En we hadden mazzel
vandaag; de route er naar toe was er werkelijk een van de buiten categorie
fantastische slingerwegen de bergen in met een fantastisch uitzicht op de kust
van de Middellandse Zee. Zo mooi zie je het zelden! Dat de lokale motorhelden
het uitzicht ondertussen wel kunnen merkten we toen we eruit werden gereden
door een Harley. Mijn god wat ging die hard en kende die de weg goed. Ik had
geen probleem met het nemen van het verlies.
Aan de voet van de
Tende kwamen we nog een stel Nederlanders tegen die met twee 4x4’s de
onverharde wegen van de alpen aan het onveilig maken waren. Daktenten erbij,
alles was compleet. Zeker stoer en avontuurlijk. Nadat Dennis z’n peuk op had
was het tijd om de camera’s aan te zetten en naar boven te gaan. We hadden al
wat spaghetti gehad op de spaghetti gehad op de Finestre en dit was zeg maar
het toetje. Qua bochten meer op elkaar maar qua uitzicht zonder twijfel de
winnaar. Het waaide flink boven en dat merkte je met name in de bochten. Die
waren, zoals de hele pas, onverhard en krap en zeker met wat wind erbij maakte
dat het lastiger. Maar ook leuk! Boven aangekomen volgende een vertrouwd beeld
door alle filmpjes die ik er al van had gezien. Super mooie vervallen ruïnes
uit de tweede wereldoorlog. Dit waren eerst de soldaten woningen en iets hoger
was het daadwerkelijke fort. Daar hebben we behoorlijk wat foto’s genomen (te
veel eigenlijk) en zijn we via de Italiaanse kant naar beneden gereden.
Eigenlijk was de vakantie nu bijna voorbij. Nog een verbindingspas over de Col
de Larche om het Fort Roche Lacroix te bezoeken. Ook deze stond hoog op mijn
lijstje van to-do. Weer vanwege de bunkers, de onverharde wegen en het mooie
uitzicht.
De weg naar het fort
toe was erg klein en stond niet in de GPS. Daar was ik echter op voorbereid
door een punt te plaatsen precies waar volgens Google Maps de afslag moest
zijn. Dit klopte perfect. Boven was het uitzicht ongelofelijk en het was ook duidelijk
waarom het fort met de bunkers precies daar waren gebouwd. Je kon werkelijk de
hele vallei overzien. Eventuele binnenvallende troepen waren dus niet te missen
en kon je mooi van boven bestoken. Aan de geschutskoepels te zien waren ze daar
ook wel klaar voor. Dennis vroeg nog of er ook daadwerkelijk was gevochten. Ik
had eigenlijk geen idee maar verwachtte van niet. Mijn ongelijk zou later
aangetoond worden. De geschutskoepels zaten vol met kogelgaten en de soldaten
woningen lekten een beetje….. er waren schijnbaar een paar mortieren op
gevallen.
Nu hier toch zaten
was het duidelijk dat het er nu echt op zat. Vanaf nu was het snelweg naar
huis. We hadden echter nog niet geluncht en dit was toch wel de ultieme
locatie. Het weer was fantastisch, het uitzicht kon niet grootster en we hadden
gezelschap van een lokale viervoeter. Brander aan, koffie er bij en genieten!
Vanaf nu was het nog
binnendoor naar Briançon. Daar besloten we een vroege
avondbreak te houden bij de Mac om vandaar door te rijden tot de laten uurtjes.
Helaas stuurde de Zumo ons door Italie wat volgens ons niet de allersnelste weg
was. Niettemin wisten we zo wel de tol in Frankrijk te omzeilen. De snelweg was
saai maar gelukkig zorgde Dennis z’n motor voor wat afwisseling. Het lager van
zijn achterwiel begon nu toch serieus rare geluiden te maken. Het wiel zat er
echter nog strak in dus toch maar door. Vanaf nu was het tempo er dan ook wel
echt uit. We hadden al een tijdje stil gestaan dus pas tegen een uur of 11 ’s
avonds draaiden we een camping bij Aosta. Snel de tent op en slapen. Het was
een lange, warme en vermoeiende dag geweest.
Het was een behoorlijk koude nacht. Het was helder geweest en dat was
het nu nog steeds. Een fantastisch begin dus! Snel afbreken, inpakken en
ontbijten; een hoogtepunt wacht op ons: de Parpaillon. We reden vroeg weg en we
namen de pas van west naar oost. Dat betekende lage zon die we recht in ons
vizier hadden. Sommige stukken moesten we echt met de handen voor ons gezicht
rijden. Als snel begon het onverharde stuk en daarmee ook de fantastische
uitzichten; echt fenomenaal! Ook konden we merken dat het steeds kouder werd en
het duurde dan ook niet lang voordat we de eerste bevroren plassen tegen
kwamen. De diepere plassen kon je zo doorheen; het ijs brak wel. Het meest
uitkijken waren de oppervlakkige plassen die volledig bevroren waren.
De weg was goed begaanbaar en makkelijker dan de Assietta Kammstrasse.
Het duurde dan ook niet heel lang voordat we boven waren. En wat een
ongelofelijk uitzicht. Je had echt een ‘On top of the world’ ervaring!
Natuurlijk moesten daar wat foto’s genomen worden voordat de tunnel er
aan moest geloven. Ik was erg nieuwsgierig hoe die van binnen was, want ik had
een filmpje gezien waarin het in juli nog volledig bevroren was daarbinnen. Dat
viel nu gelukkig heel erg mee. Een paar plasjes met wat ijs, maar het mocht
geen naam hebben. Ook het uitzicht was zo fraai! Nu op naar beneden. Dat was
iets lastiger dan naar boven, mede omdat je niet wist waar ijs lag. Rustig aan
kwamen we er wel. Helemaal beneden was nog een brug ‘verdwenen’ en moeste we
door een riviertje: erg leuk!
In het dorpje beneden weer proviant ingeslagen bij de plaatselijke
schone. Op ons programma stond nog de Barcelonette en de Gorges de Verdon. Nog
genoeg km’s te maken dus. Het was een warme dag dus beneden ging alles open wat
maar open kon. Bovenop de Barcelonette was het echter weer behoorlijk koud.
Snel door dus maar weer. Op de route kwamen we ook nog langs de Gorge de
Daluis. Een echte aanrader!! Zoiets had ik nog nooit gezien; wat een aparte
steensoort! Daarnaast heel veel tunneltjes en fantastische uitzichten. Ik zou
er graag nog een keer heen gaan om er wat rustiger doorheen te rijden. Ons
tijdschema was eigenlijk te krap.
Vanuit Daluis rijd je bijna zomaar de Verdon in. Die liggen echt heel
dicht bij elkaar. Maar wat is die Verdon groot zeg. Daar doe je echt een paar
uur over om volledig omheen te rijden. Natuurlijk hebben we de Routes des
Cretes ook gedaan. Daar heb je zat plekken om te stoppen en je te verbazen over
de grootsheid en de diepte. Echt een aanrader.
Ondertussen was het al 17 uur en
we moesten nog een behoorlijk stuk. We besloten om van de route af te wijken en
rechtstreeks naar een goede uitgangspositie voor de volgende dag te rijden:
Vence.
Binnendoor over de D-wegen; het lijkt wel of je het niet fout kunt doen.
Je kunt lekker door kachelen en komt langs de mooiste plekken. Zo pakten we ‘en
passant’ nog even een Gorges mee. Toen we er bijna waren kregen we toch wel een
hele mooie verassing…. Je komt over de bergen aanrijden en wordt getrakteerd op
het uitzicht van de Middenlandse Zee. Ik had niet verwacht dat dat zo mooi zou
zijn. Ongelofelijk!
Onze camping lag midden in een villa wijk en was zeer mooi. Gelukkig dat
de prijzen ook mooi waren. Het was hier ook een super weertje en we konden dus
lekker tot laat in ons t-shirtje buiten zitten.
Morgen de laatste dag voordat we op zaterdag weer naar huis zouden
tuffen.
Vanochtend hebben we
ontbeten met spaghetti. Mijn god wat een bochten heeft die col de finestre: 30
haarspeldbochten binnen 3km! Na de spaghetti kwam een fantastisch onverhard
gedeelte met super mooie uitzichten.
Boven hebben we genoten van een heerlijk
ontbijt van Snelle Jelles en Sultana. Het weer was nog steeds goed al kwam er
in de verte al wel steeds meer bewolking aan. ’s Nachts had het ook licht
geregend. Voorlopig zouden we het echter droog houden dus op naar de Assietta
Kammstrasse! Ver was het niet dus na enkele km’s stonden we al aan de start.
Hieronder de complete run van net iets meer dan een uur. Niet slecht voor dik
40km. Met name het begin had fantastische uitzichten en afgronden. Kijk maar…
Aan het einde begon
het al licht te spetteren en de bewolking werd steeds zwaarder (zo niet
donker). In het dorp was een kleine Carefour, dus maar vast de lunch en het
avondeten ingeslagen. Toen kwam de moeilijke keuze; we wilden eigenlijk de
Jafferau en de Sommelier op, maar wat was wijsheid…? Eigenlijk was de keuze
niet zo moeilijk, maar we wilden zo graag!
Het spetteren zette echter door dus
we besloten de leuke onverharde stukken voor een volgende vakantie over te
laten. Nu op naar de Tunnel de Frejus om weer terug Frankrijk in te gaan en de
verharde passen te gaan rijden. Hopelijk was het daar beter weer.
We kwamen bij de
tunnel aan en ik zou wel even betalen: € 78,- voor een paar km door een
tunnel!!!! No way!! Omdraaien dus en een alternatieve route zoeken. Ondertussen
was het wel echt begonnen met doorregenen. Het zat ons duidelijk even niet mee.
We sloegen snel ons tijdelijke ‘camp’ op in de locale bushalte; lekker droog,
we konden zitten en een fantastische plaats voor de lunch ;-) Al snel kwam de
locale Police zich melden waar we onze lokale gids in vonden. We wilden
eigenlijk naar Frankrijk om daar de Telegraphe en de Galibier te rijden. De
enige manier om daar te komen was helaas door de tunnel. De enige alternatieve
route richting Frankrijk was binnendoor naar Briançon. Dat betekende dat we een flinke hoe af zouden
snijden. Gezien onze achterstand op het schema was dat niet heel erg. Daarnaast
vertelden ze ons ook dat het ondertussen in de gehele omgeving goot van de
regen. Geen slechte keus dus. Als Super Groover de regenkleding er dus in
geritst om verder te reizen. Ik althans, want door de goede vooruitzichten had
Dennis de regenkleding thuis gelaten. En wat een foute keuze zou dat blijken te
zijn….
De route naar Briançon was zeker niet slecht en ondanks de regen
vermaakten we ons prima. Het was ondertussen ook hoog tijd om weer franse peut
te halen, want de tanks begonnen nu toch echt leeg te raken. En niet te geloven
wat een chagrijnig wicht zat er achter de desk zeg, niet te filmen. Leuk was om
te zien dat ook de borden van de Route de grande Alpes weer langs de weg
stonden.
Het regende nog
steeds, maar eigenlijk was het nog te vroeg om te stoppen; op naar de col
d’Izouard dus maar (dat rijmt!).
Het was toch wel
echt nat, maar gelukkig had ik het warm en droog. Dennis daarentegen…. niet. In
m’n spiegels kon ik zien dat zelfs wanneer ik echt langzaam reed hij niet bij
kon blijven. Boven even overleg en hij was echt zeiknat en ijskoud. We zouden
dus naar beneden rijden en een hotelletje zoeken; dit was geen weer om te
kamperen. Zeker niet als je zeiknat bent
Onderweg naar
beneden werd het gelukkig steeds droger, maar Dennis was tot op het bot verkleumd.
Onze traditie van ‘toeteren in de tunnel’ (Dennis heeft een hele gave Tour de
France toeter!) werd zelfs verbroken. Dit was voor mij het teken om acuut te
stoppen! Gelukkig was er snel een hutje met een veranda. Meteen mijn motor op
de bok met draaiende motor, Dennis z’n handschoenen uit en opwarmen aan de
handvatverwarming. Terwijl hij daar zat meteen de koffers er af en de brander
aan om een warm bakkie soep/koffie te maken: hij knapte zienderogen op!
Zoals ik al zei
begon het behoorlijk op te klaren en beneden was de temperatuur ook niet al te
slecht. Nu Dennis weer was opgewarmd besloten we om nog even verder te rijden.
Voordeel was dat de kleding dan ook meteen wat op kon drogen. Er kwamen geen
passen meer aan dus ook met de echte kou was het nu gedaan. Rond een uur of 4
waren we aan de voet van de Parpaillon aagekomen. Die gingen we vandaag dus
mooi niet meer doen. Aan de voet was een zeer klein dorpje, Les Rencuraux, waar
we een fantastisch mooie camping vonden van een frans stel. Erg klein maar zo
mooi!
Het was een mooie dag met de Assietta, het mindere weer onderweg, maar nu waren we heerlijk vroeg gesettled met een fantastisch uitzicht op de Lac du Serre-Poriçon. Nu heerlijk eten en morgen starten met de Col du Parpaillon!
Vandaag zouden we de
eerste pieken van de RdgA gaan zien. Onder andere de Col de Corbier, Cormet de
Roseland , de Col d’Iseran en Lac du Mont-Cenis stonden op het programma. We
besloten eerst te ontbijten bij de eerste de beste bakken in Thonon-les-Bains.
Tijdens die eerste km bleek ook dat bij het domino spel van gisteravond m’n
windscherm een tikje had gehad: het stond een beetje uit het lood. Met een
beetje brute arm kracht kon ik het framepje weer enigszins rechtbuigen en kon
ik m’n Zumo weer recht aankijken. Ontbijt met Croissant en Jus, heerlijk. Dus
ook maar ingeslagen voor de lunch, samen met wat heerlijke chocoladebroodjes.
De eerste bochten
kwamen al snel. Meteen stoppen dus en de GoPro’s bevestigen en aanzetten. We
hebben er 3 mee dus dat zou mooie beelden op moeten leveren. Ik was vorig jaar
nog in de Dolomieten geweest en kende het bochtencircus dus wel een beetje,
maar voor Dennis was het nieuw en hoe gaaf was het!
Op de Col de Arava
was het tijd voor wat te eten. De motoren werden dus de ski-weide in gereden en
de koffers open getrokken. Lekker bakkie koffie erbij en genieten maar. Ondanks
dat het midden op de dag was, was het toch wat kouder dan verwacht. Je kon de
verschillen in temperatuur goed merken; beneden heerlijk warm maar boven toch
wel wat fris. We hadden dus weliswaar een mooi uitzicht maar misschien was het
toch niet de beste plaats om te stoppen.
Na de stop kwamen de
echt mooie passen. Met name de Cormet de Roseland is echt extreem mooi! Ook nu
kwam het weer goed uit dat we met de allroads waren; makkelijk even een onverhard
pad naar beneden om naar het meer te rijden was geen enkel probleem! Het was
echt fantastisch en ook de temperatuur was hier heerlijk! Niet zo gek ook want
het meer ligt niet heel hoog.
Dat was op de Col d’Iseran wel anders met bijna
2800m. We hadden de wintervoering er niet in, dus het was snel een foto nemen
en weer verder naar de warme lagere oorden.
We wisten dat we nu
bij een mooi stuk zouden komen: Lac du Mont-Cenis. Ik had al eens een filmpje
gezien en dat beviel me wel. Je kunt er aan de oostkant over het asfalt langs,
maar je kunt ook de onverharde westzijde nemen. Natuurlijk kozen wij voor die
laatste optie. Het begon echter behoorlijk te bewolken en we zouden het
waarschijnlijk niet droog gaan houden. Opschieten dus maar. Het was een super stuk
met zeer mooie uitzichten. Zeker ook het fort dat voor ons op de top van de
rotsen oprees was fenomenaal!!
We hielden het nog
steeds droog, maar onderweg naar beneden en naar de Italiaanse grens was het
asfalt toch echt nat! Het werd wel steeds warmer dus lekker broeierig. We
wisten dat het volgende stuk de Assiette Kammstrasse zou zijn. Het was echter
al tegen 17 uur, dus dat moest toch echt tot morgen wachten. In Italie besloten
we een camping te zoeken en te tanken. Mijn god, wat is de benzine in Italië
duur! Ik kon nog wel even door (we zouden de volgende dag immers Frankrijk weer
in rijden), maar Dennis had echt peut nodig. Alleen de broodnodige litertjes
erin en geen druppel meer.
In Frankrijk heb je
op elke straathoek een camping maar dat is in Italië echt anders. Een half
uurtje rijden en we hadden een prima camping gevonden. We waren duidelijk niet
de enige motorrijders. Heel veel Enduro gasten die de lokale onverharde wegen
onveilig gingen maken.
We besloten op de
camping pizza te halen. Het was nog wel even licht, dus Dennis besloot zijn
carburateur anders af te stellen ivm de hoogte en ik zette alle filmpjes op de
laptop. Daarna heerlijk gegeten en naar bed. Er was regen voorspeld dus maar
hopen dat het mee zou vallen. Morgen zou immers een lang stuk onverhard volgen.
Duimen maar…..